Oncologie Periode 1.4

72 Questions | Attempts: 121
Share

SettingsSettingsSettings
Oncologie Periode 1.4 - Quiz

.


Questions and Answers
  • 1. 

    Bij dysplasie is er sprake van de juiste cellen op de verkeerde plek.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 2. 

    Differentiatie is de ontwikkeling tot een speciaal type cel.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 3. 

    Bij dysplasie is er nog nog geen sprake van een voorstadium van kanker.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 4. 

    Metaplasie is irreversibel.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 5. 

    Het basale membraan is een dun vezelig laagje onder het epitheel.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 6. 

    Een carcinoma in situ is een carcinoom die door het basale membraan is gebroken.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 7. 

    Bij een benigne tumor kan ook metastase optreden.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 8. 

    Kenmerken van een maligne tumor zijn infiltrerende en invasieve groei.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 9. 

    Een benigne tumor is opgebouwd uit homogeen weefsel en zit in een capsule.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 10. 

    Een maligne tumor is opgebouwd uit homogeen weefsel en zit in een capsule.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 11. 

    In een maligne tumor kan necrose weefsel ontstaan.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 12. 

    Wat is geen vorm van metastase?

    • A.

      Metastase via nabij liggend weefsel

    • B.

      Metastase via bloedvaten

    • C.

      Metastase via lymfevaten

    • D.

      Metastase via luchtwegen

    Correct Answer
    D. Metastase via luchtwegen
  • 13. 

    Borderline tumoren zijn:

    • A.

      Tumoren die op het huidoppervlak liggen.

    • B.

      Tumoren die van benigne naar maligne transformeren.

    • C.

      Tumoren die op alle mogelijke manieren gemetastaseerd zijn.

    Correct Answer
    B. Tumoren die van benigne naar maligne transformeren.
  • 14. 

    De differentiatiegraad bepaalt mede de prognose van een maligne tumor.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 15. 

    Anaplastisch weefsel is:

    • A.

      Weefsel dat gezond is maar op de verkeerde plek zit.

    • B.

      Gezond weefsel op de juiste plek.

    • C.

      Dood weefsel.

    • D.

      Gemuteerd weefsel dat niet meer op normaal weefsel lijkt.

    Correct Answer
    D. Gemuteerd weefsel dat niet meer op normaal weefsel lijkt.
  • 16. 

    Benigne tumoren in het dekweefsel of klierweefsel eindigen op -oom.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 17. 

    Maligne tumoren in het dekweefsel of klierweefsel eindigen op -sarcoom.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 18. 

    Een maligne tumor in steunweefsel, tussenweefsel of weke delen eindigen op -carcinoom.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 19. 

    Een osteosarcoom is een voorbeeld van een maligne tumor in het botweefsel.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 20. 

    Exogene factoren beïnvloeden direct het DNA in de celkernen.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 21. 

    Een voorbeeld van een chemisch carcinogeen is roken.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 22. 

    Chemische carcinogenen, fysische oorzaken en biologische oorzaken zijn voorbeelden van endogene factoren.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 23. 

    Genetische factoren behoren tot endogene factoren voor het ontstaan van tumoren.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 24. 

    Een cel moet 4 of meer mutaties doorstaan om kans te maken om kanker te worden.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 25. 

    Een oncogen is:

    • A.

      Een gen dat tumorcellen bestrijdt.

    • B.

      Een gen dat kanker veroorzaak.

    • C.

      Een gen dat het ontstaan van kanker bevordert.

    Correct Answer
    B. Een gen dat kanker veroorzaak.
  • 26. 

    Als de apoptose wel werkt, is er kans dat er kanker ontstaat.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 27. 

    Een tumor-surpressor is een oncogen.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 28. 

    Een tumorsurpressor kan door mutatie bijdragen aan het ontstaan van kanker.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 29. 

    De rol van hormonen bij het ontstaan van kanker:

    • A.

      Bevordert het onstaan

    • B.

      Veroorzaakt het ontstaan

    • C.

      Bestrijdt het onstaan.

    Correct Answer
    A. Bevordert het onstaan
  • 30. 

    Een premaligne afwijking duidt op een hoger risico op maligniteit.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 31. 

    Ontstoken wonden of bulten zijn voorbeelden van premaligne afwijkingen.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 32. 

    Een poliep is een uitwas die zich onder het slijmoppervlak bevindt.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 33. 

    Een adenomateuze poliep in de dikke darm is een voorbeeld van:

    • A.

      Een maligne tumor.

    • B.

      Een premaligne afwijking.

    Correct Answer
    B. Een premaligne afwijking.
  • 34. 

    Metastasen in de bloedvaten kunnen niet meer worden aangepakt door het immuunsysteem.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 35. 

    Metastasen in de buurt van de primaire tumor worden ... genoemd?

    • A.

      Lokale tumoren

    • B.

      Buurttumoren

    • C.

      Satteliettumoren

    • D.

      Regionale tumoren

    Correct Answer
    C. Satteliettumoren
  • 36. 

    Regionale lymfeklieren krijgen altijd als eerste te maken met metastasering.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 37. 

    Een para neoplastisch syndroom is een gevolg met effecten op afstand.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 38. 

    Een auto-immuunreactie zorgt ervoor dat de immuuncellen zich tegen de lichaamseigen cellen keren.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 39. 

    Een tumor doet nooit pijn.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 40. 

    Een peritontis carcinmatosa

    • A.

      Een borstonsteking

    • B.

      Hersenvliesontsteking

    • C.

      Buikvliesontsteking

    • D.

      Hartzakonsteking

    Correct Answer
    C. Buikvliesontsteking
  • 41. 

    Een pleuritis carcinomatosa is:

    • A.

      Borstonsteking

    • B.

      Hersenvliesontsteking

    • C.

      Buikontsteking

    • D.

      Hartzakontsteking

    Correct Answer
    A. Borstonsteking
  • 42. 

    Een meningitis carcinomatosa is:

    • A.

      Borstonsteking

    • B.

      Hersenvliesontsteking

    • C.

      Buikontsteking

    • D.

      Hartzakontsteking

    Correct Answer
    B. Hersenvliesontsteking
  • 43. 

    Pericarditis carcinoma is:

    • A.

      Borstonsteking

    • B.

      Hersenvliesontsteking

    • C.

      Buikvliesontsteking

    • D.

      Hartzakonsteking

    Correct Answer
    D. Hartzakonsteking
  • 44. 

    Een oedeem is een ophoping van vocht.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 45. 

    Wat is geen hematologisch van gevolg van een tumor?

    • A.

      Ademie

    • B.

      Hoog cholesterol

    • C.

      Trombose

    • D.

      Bloedingsneigingen

    Correct Answer
    B. Hoog cholesterol
  • 46. 

    Hematologische, endocriene en neurologische syndromen zijn vormen van para neoplastische syndromen.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 47. 

    Een mucocutaan is een voorbeeld van een neurologisch syndroom.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 48. 

    Een anamnese is een vorm van diagnostiek.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    A. Juist
  • 49. 

    Een cytologisch onderzoek is een onderzoek naar weefsel, door bijvoorbeeld een biopsie.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist
  • 50. 

    Een histologisch onderzoek is onderzoek naar losse cellen door middel van bijvoorbeeld puncties of uitscheiding.

    • A.

      Juist

    • B.

      Onjuist

    Correct Answer
    B. Onjuist

Quiz Review Timeline +

Our quizzes are rigorously reviewed, monitored and continuously updated by our expert board to maintain accuracy, relevance, and timeliness.

  • Current Version
  • Jun 29, 2015
    Quiz Edited by
    ProProfs Editorial Team
  • Jun 28, 2015
    Quiz Created by
    Thomas.de.haas
Back to Top Back to top
Advertisement